MANUELE THERAPIE MYTHES!
Ik luisterde onlangs naar een interessante podcast over de ‘mythes van manuele therapie’ waarin ik werd aangeduid als een ‘bekende Twitter-persoonlijkheid’ die therapeuten heeft misleid met mijn blogs over manuele therapie. Nou, daar ben ik het natuurlijk absoluut niet mee eens… Ik beschouw mezelf tegenwoordig eigenlijk meer als een Instagram-goeroe dan als een Twitter-persoonlijkheid.
Maar in alle ernst, ik heb wel een paar punten die ik wil aankaarten over een aantal beweringen in deze podcast met Chad Cook over een blog die hij in het Duits schreef over de mythes van manuele therapie. Allereerst, ondanks dat ik het vaak oneens ben met Chad over het onderwerp manuele therapie, ben ik het ook vaak met hem eens over andere dingen en heb ik geen persoonlijke ‘beef’ met hem, ondanks zijn grappen, karaktermoord af en toe, en verkeerde voorstellingen van mijn visie op manuele therapie die ik van hem zie en hoor.
Maar, dat alles terzijde latend en omwille van de vooruitgang wil ik het graag hebben over vier punten die Chad in deze korte podcast naar voren brengt. Het eerste is dat manuele therapie een toegevoegde waarde heeft en de ervaringen van patiënten verbetert. Het tweede is dat self-efficacy een diepgewortelde en moeilijk te veranderen eigenschap is. Ten derde, er is geen bewijs dat manuele therapie afhankelijkheid veroorzaakt bij patiënten. En ten slotte helpt het gebruik van manuele therapie bij het identificeren van patiënten die betere resultaten via de sportkinesist boeken.
Verbetert manuele therapie de ervaringen van patiënten?
Ik ben het zeker eens met Chad als hij aan het begin van deze podcast zegt dat de ervaringen van patiënten sterk samenhangen met hun uitkomsten. Ik ben het er echter sterk mee oneens als hij zegt dat patiënten meer waarde ervaren met ‘hands-on’ en minder waarde met ‘hands-off’ benaderingen.
Dat komt omdat de ervaring en de waarde die een patiënt ervaart bij een afspraak in de gezondheidszorg niet alleen te maken heeft met de behandelingen die hij krijgt, maar ook met de manier waarop hij behandeld werd.
Je verbetert de ervaring van een patiënt niet op magische en miraculeuze wijze door hem aan te raken. Je verbetert de ervaring van een patiënt door samen met hem te luisteren, te valideren, zich in te leven, uit te leggen, gerust te stellen, te onderwijzen en te plannen. Als je geen van de bovenstaande dingen goed doet, maakt het echt niet uit of je ze aanraakt of niet.
Dit hardnekkige argument van het verbeteren van de ervaringen van patiënten of het voldoen aan hun verwachtingen als rechtvaardiging voor het gebruik van manuele therapie is, naar mijn mening, een nogal zwak en zwak argument. Ten eerste omdat het goed gedocumenteerd is dat het gebruik van patiënttevredenheid een vrij ineffectieve manier is om de effectiviteit van een behandeling te meten (ref, ref, ref).
Maar ook omdat ondanks alle kritiek op manuele therapie niemand eigenlijk heeft gezegd dat je patiënten niet mag aanraken. In al mijn voortdurende kritiek op manuele therapie heb ik NOOIT en te nimmer gezegd patiënten niet aan te raken. Precies het tegenovergestelde zelfs.
Ik heb blogs geschreven, gedachten en meningen gepost en veel papers geschreven over het belang en de kracht van aanraken van patiënten om hen te onderzoeken, gerust te stellen, te helpen en aan te moedigen.
Ik heb nooit tegengesproken dat het gebruik van aanraking als clinicus belangrijk is en helpt om de ervaringen van patiënten te verbeteren, meestal door hen de geruststelling te geven dat ze volledig zijn onderzocht en dat hun problemen serieus worden genomen. Maar dit betekent nog niet dat je manuele therapie behandelingen moet gebruiken.
Is self-efficacy diepgeworteld en moeilijk te veranderen?
In de podcast vermeldt Chad ook dat self-efficacy een diepgewortelde eigenschap is en dat ‘het extreem moeilijk te veranderen is’. Hij zegt ook dat sommigen (en ik neem aan dat hij hier weer naar mij verwijst) het duidelijk niet begrijpen en niet veel over self-efficacy hebben gelezen. Nou, Chad, ik ben geen self-efficacy expert maar ik heb genoeg gelezen om te denken dat je je hier vergist.
De eerste kwestie is wat Chad bedoelt met zelfeffectiviteit is diep geworteld. Zelfeffectiviteit van wat? Self-efficacy op zichzelf is geen ding zoals besproken door mijn maat Ben Cormack hier. Self-efficacy is het oordeel van een individu over zijn vermogen om een specifieke taak uit te voeren in een specifieke situatie, daarom is het sterk afhankelijk van de context (ref).
Op dit moment heb ik bijvoorbeeld een zeer hoge ‘deadlift’ self-efficacy, wat betekent dat ik me zeer capabel voel om zware dingen van de vloer te rapen in een sportschool. Dit betekent echter niet dat ik dezelfde hoge ‘deadlift’-zelfeffectiviteit zal hebben als ik lage rugpijn heb.
Ook heb ik op dit moment een lage self-efficacy op het gebied van auto-onderhoud, wat betekent dat ik geen idee heb hoe ik mijn auto tegenwoordig moet onderhouden, met al zijn technologie en gadgets. Dit betekent dat ik ook een zeer lage self-efficacy heb van ‘ik sta met pech langs de kant van de snelweg’. Als ik echter pech onderweg regel, verander ik mijn lage self-efficacy in een hoge self-efficacy.
Dus als Chad zegt dat self-efficacy een diepgewortelde eigenschap is die heel moeilijk te veranderen is, dan ben ik het daar niet mee eens, want het hangt enorm af van wat de taak en de situatie is.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)